Column
Jan Verhagen

Vertrouwen

Beste mensen,


Als we het hebben over geld, dan gaat het over vertrouwen. Dat geldt des te sterker voor public finance, vroeger heette dat gewoon ‘openbare financiën’, geld van de overheid.
Met ‘vertrouwen’ bedoel ik vooral ook dat de overheid goed informeert over wat ze krijgen en wat ze ermee doen. U bent allemaal deskundig op uw eigen terreintje. Als u een ambtenaar bent, weet u alles van de feiten en de cijfers uw eigen vakgebied. Als u wethouder bent, kent u de feiten en de cijfers van uw eigen gemeente. En met ‘kennen’ bedoel ik ook echt: kénnen. U weet niet alleen wat de feiten is, wat de cijfers zijn, is iets 14 of 33.000 of 128 miljoen, u weet ook of de cijfers eigenlijk wel wat lager of wat hoger kunnen zijn, en u weet hoe zeker of onzeker die feiten zijn. En van de feiten en de cijfers van een ander vakgebied, van een andere gemeente, van uw provincie, daarvan weet u weinig. U kunt opzoeken wat ze zijn, maar hebt u dan ook vertrouwen dat ze juist zijn?


Als u informatie leest van een natuurbelangenvereniging, die beweert dat een bepaald weiland of bos ecologisch heel belangrijk is, en dat er wel 13 soorten beschermde dieren wonen, vertrouwt u die informatie dan? Vertrouwt u die cijfers dan? En wat doet u als een maand later een projectontwikkelaar stelt dat er géén beschermde dieren wonen, vertrouwt u die bewering dan? Ik denk dat u bij allebei de beweringen gezond wantrouwen voelt. Zowel de natuurbelangenvereniging als de projectontwikkelaar heeft een te groot belang bij die uitkomst.


Nu terug naar public finance. Daar gaat het immers vandaag over. Als u leest dat een willekeurig iemand verwacht dat de overheid dit jaar 51 miljard euro tekort komt, gelooft u dat dan? Even als achtergrondcijfer: vorig jaar, 2020, was het tekort 34 miljard euro. Nee, ik denk niet dat u dan die 51 miljard euro gelooft. Dan ga ik u nu toch aan het twijfelen brengen. Als ik u zeg dat niet een willekeurig iemand maar minister Hoekstra van Financiën vorige week, op Prinsjesdag, schreef dat hij verwacht dat de overheid dit jaar 51 miljard euro tekort komt, gelooft u dat dan? Nu zie ik u twijfelen. Wat moet u vertrouwen? De autoriteit van de minister? Uw eigen gezond verstand? Hmm. Toch is die vraag van groot belang. Zijn er wel of niet miljarden beschikbaar om de woningnood aan te pakken? Zijn er wel of niet miljarden beschikbaar om de salarissen van leraren en politieagenten en zorgpersoneel te verhogen? Ik denk dat veel mensen de autoriteit van de minister accepteren, en vertrouwen – daar is het woord weer – op zijn deskundigheid. En op de goede naam die de minister te verliezen heeft. Toch kan ik u nog meer aan het twijfelen brengen. Gelooft u dat de overheid dit jaar 51 miljard euro tekort komt, zoals de minister op Prinsjesdag beweerde, als ik vertel dat het tekort over de eerste zes maanden van dit jaar volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 12 miljard euro is? Dus tijdens de ergste coronasluiting in dit jaar hadden we 12 miljard euro tekort. Zouden we dan echt in de andere zes maanden, waarin alles weer open is, 39 miljard euro tekort komen, samen 51 miljard euro? Nee hoor. Het tekort is veel, veel lager dan wat de minister schrijft.


Terug naar vertrouwen. Het is zinloos om hier, of op de markt, of op verjaardagsfeestjes, of in de Tweede Kamer, of in de Trêveszaal, een discussie te voeren over de openbare financiën als u de cijfers niet vertrouwt. De gegevens kunt u niet overlaten aan een belanghebbende, de minister van Financiën. Daartoe doe ik een oproep aan u. Ik ben geen politicus, ik vraag u niet: “Heb vertrouwen”. Ik ben columnist, en ik vraag u: “Heb wantrouwen.” Heb gezond wantrouwen bij feiten en cijfers die u hoort of leest. Geloof niet blind de cijfers van een belanghebbende als de minister van financiën. Want het Rijk heeft geld zat.

Stelling:

De minister van Financiën is belanghebbende bij discussies over public finance. Zijn beweringen en zijn cijfers moeten daarom met wantrouwen worden bekeken.

Deel deze pagina: