In de tweede bijeenkomst van de serie Thorbecke 2030 in Almere riep emeritus hoogleraar Douwe Jan Elzinga lokale bestuurders uit het hele land op tot revolutie. Om de toekomst van de raad te redden, moeten gemeenten hun autonomie terugeisen.
In Almere begint de victorie!
In het hart van Almere springt het stadhuis direct in het oog. De cirkelvormige raadszaal steekt prominent boven de ingang uit. Deze modern ingerichte arena vormt de ideale locatie voor binnenlandse bestuurders om na te denken over vernieuwing van de lokale democratie. Het thema: Toekomst van de Raad – Raad van de Toekomst. Dit is de tweede bijeenkomst in de serie Thorbecke 2030, vertelt René Cuperus, onafhankelijk adviseur van het BZK-programma Democratie in Actie. Hij is de estafettestok tussen de bijeenkomsten, grapt hij met een verwijzing naar zijn loopkrukken. ‘De vorige sessie, in Oss, had twee gezichten. De opgewonden stemming rond de Oscar-achtige uitverkiezing van de beste bestuurders van Nederland wrong met het sombere thema Besturen in tijden van onbehagen. Tijden van boze burgers, geïntimideerde burgemeesters, sneuvelende wethouders en grip verliezende raadsleden. Er is iets mis met de lokale democratie. Alleen is er geen consensus wat precies. Daardoor verandert er niks. Daarom zijn deze bijeenkomsten zo belangrijk. Door eerst dichter bij elkaar te komen, kunnen we de lokale democratie nieuw leven inblazen.’
Begrotingskannibalisme
In de zaal zitten bestuurders van gemeenten uit het hele land: van Noord-Beveland tot Westerkwartier. De meesten herkennen de problemen die Cuperus schetst. Door continue decentralisatie en regionalisering is er een spanning ontstaan tussen politieke en maatschappelijke democratie. ‘De gemeente is een uitvoeringsinstantie van het Rijk geworden – met bovendien een krap budget’, vindt wethouder Harmke Vlieg uit Assen. ‘Inwoners hebben daardoor eigenlijk geen invloed meer.’ Begrotingskannibalisme noemt een griffier dat. Concreet maken raadsleden zich bijvoorbeeld zorgen over de Omgevingswet en de Regionale Energiestrategie (RES), waarbij ze minder vat op de plannen hebben dan gewenst. Om die reden is in de Regio Rivierenland inmiddels bijvoorbeeld een zogeheten raadskring opgestart, waarin acht gemeenteraden bij elkaar komen om meer grip te krijgen op besluitvorming in de regio. De enige burgemeester in het gezelschap – Carla Breuer van Teylingen – meent dat raden wel nog steeds voldoende sturingsruimte hebben. Maar ook zij denkt dat er een andere vorm van besluitvorming moet komen.
'In nederland hebben gemeenten de meeste invloed van europa'
Douwe jan elzinga
Lokale autonomie bestaat niet meer
Op de vraag naar ideeën voor een oplossingsrichting steekt alleen hoofdspreker Douwe Jan Elzinga zijn hand op. De geestelijk vader van de dualisering in het gemeentebestuur is inmiddels emeritus hoogleraar staatsrecht van de Rijksuniversiteit Groningen. Vandaag roept hij op tot een revolte. ‘In Almere begint de victorie!’, stelt hij. ‘Zet dat maar op Twitter.’ Zijn verhaal start dan wel positief: in Nederland hebben gemeenten de meeste invloed van Europa. Daar kunnen we trots op zijn. Maar al snel gaat het over structurele problemen. ‘In 2016 was de Raad van Europa (RvE) in eerste instantie al negatief omdat gemeenten te weinig vrij te besteden middelen hebben. Toen zijn ze nog met een kluitje in het riet teruggestuurd door te stellen dat er wel vrijheid is in de vorm van medebewind. Maar eind maart komen ze terug en dan komt Nederland niet meer weg met dat verhaal. 100 van de 350 gemeenten zijn bedrijfskundig failliet. Lokale autonomie bestaat niet meer.’
Er is geen bestuursplan
Volgens Elzinga is de basis van het probleem dat er in Nederland wel tien bestuursvormen zijn, maar geen criteria om te bepalen welke taken waar thuishoren. ‘De afgelopen vijftien jaar kiezen vakdepartementen steeds voor decentralisatie en de minister van BZK doet niks om dat tegen te houden. Dat komt omdat er geen plan is. We weten niet waar we vandaan komen, waar we staan en waar we naartoe gaan. Neem de RES. Voor 1 juni moeten gemeenteraden een concept inleveren, maar zij mogen daar zelf niet over besluiten. Het gaat van bottom-up naar top-down en uiteindelijk zie je waarschijnlijk niks van de oorspronkelijke plannen terug.’ De decentralisatie van de zorg in 2015 ziet Elzinga als de grootste fout. ‘Dat mag nooit meer gebeuren. Als raadslid wil je de lokale leefomgeving verbeteren, maar Den Haag bepaalt grotendeels de agenda. Daardoor hebben veel raadsleden het gevoel in het verkeerde toneelstuk te zitten. De omloopsnelheid is dan ook enorm."
Zorg voor vrij te besteden budget
Momenteel is 70 % van het gemeentewerk uitvoering, stelt Elzinga. Daarmee staat het los van het politieke stelsel. Daar hebben burgers en partijen dus geen invloed op. ‘Maar de RvE zegt niet voor niets dat de autonomie van gemeenten substantieel moet zijn. Zonder die autonomie staat het politieke stelsel op instorten.’ Elzinga stelt voor om de lokale autonomie te waarborgen door gemeenten de ruimte te geven om minimaal 30 % van hun budget naar eigen inzicht te besteden. ‘Die middelen mag je dan ook niet gebruiken om tekorten door medebewind weg te werken. Uit onderzoek blijkt dat vakdepartementen daar vaak wel van uitgaan. Ten tweede moet de minister van BZK een bestuursplan maken met duidelijke criteria om taken te verdelen over de verschillende bestuursvormen. Daarmee kan hij dan ook plannen van vakdepartementen afwijzen. Om zulke veranderingen in gang te zetten, is opstand van onderop nodig. Gemeenten moeten aan werkweigering doen.’
De revolutie is al begonnen
Uit de zaal komt de suggestie om samen een motie in te dienen bij de Tweede Kamer, maar Elzinga vindt een motie tegenstrijdig met revolutie. ‘Daar moet bloed bij. Een duidelijk signaal naar Den Haag. Doe bijvoorbeeld alle gemeentehuizen drie dagen dicht.’ Raadslid Joost Nijhuis uit Enschede stelt dat de revolutie al begonnen is. ‘Wij sturen alle gemeenteraden een handleiding om de begroting te analyseren en te bepalen hoeveel middelen echt vrij te besteden zijn. Deel de uitkomsten met ons. Wij gaan daarmee naar Den Haag.’ Blijft de vraag welke taken bij de gemeente weg moeten of juist blijven. Elzinga: ‘Álle 350 gemeenten moeten de taken zelf kunnen uitvoeren. Specialistische jeugdzorg is bijvoorbeeld te complex. Zorg mag niet afhankelijk zijn van politiek. Voorzitter Bahreddine Belhaj van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVR) is het daar niet mee eens. Volgens hem is het probleem bij jeugdzorg vooral dat budgetten niet kloppen met aantallen. In zijn gemeente Lelystad zijn juist meer kinderen geholpen. ‘Klopt’, reageert Elzinga, ‘maar dat geldt niet voor kleine gemeenten.’
Maak gebruik van ondersteuning
Na de vragen uit de zaal volgt een paneldiscussie tussen Elzinga, griffier Jan Dirk Pruim van Almere en Abassin Nessar, programmaleider Quick Scan Lokale Democratie bij het ministerie van BZK. Pruim is blij met de revolte van Elzinga, maar zoekt het zelf liever in kleine stapjes. Volgens hem ontbreekt de urgentie nog. Hij vindt dat raden zelf met een oplossing moeten komen. Raadsleden zijn intrinsiek gemotiveerd voor de samenleving, maar worden te veel opgeslokt door ‘de gulzige minnares’: het gemeentehuis. Er is ruimte om in gesprek te gaan met inwoners, maar die moet de raad zelf bevechten. Daarbij moeten ze zich meer laten ondersteunen door de griffie. ‘De beste ambtenaren zouden voor de griffie en dus raad moeten werken.’ Ook Nessar wijst op de vele ondersteuningsmogelijkheden. Griffie en rekenkamer, maar ook bijvoorbeeld toerusting van Democratie in Actie. Zo ziet hij mooie resultaten bij de Quick Scan Lokale Democratie. ‘Een goed begin om het gesprek met inwoners aan te gaan.’
Inwoners willen meepraten
Nessar is er dan ook niet voor om taken bij de gemeente weg te halen. ‘Inwoners willen meepraten over de jeugdzorg of hoe we van gas los gaan. Dat moet niet terug naar het Rijk.’ Hij ziet juist mooie dingen gebeuren in de samenwerking tussen burgers en ambtenaren, bijvoorbeeld bij de RES. Maar volgens Elzinga komt daar uiteindelijk weinig van terecht omdat gemeenteraden niet mogen besluiten over de RES. Daardoor blijft hun rol marginaal. Bovendien is er door het medebewind te weinig ruimte en budget om eerst plaatselijk te experimenteren. Daarom is er juist te weinig burgerparticipatie, stelt hij.
Meer betekenen voor burgers
In deelsessies praten de deelnemers verder door. De groep van Elzinga focust op beleid. De conclusie: alleen bestuurlijke ongehoorzaamheid kan de raad van de toekomst redden. Raadsleden moeten zelf in actie komen en zich niet laten afschepen door colleges. Bij Nessar blijkt hoe het ook anders kan. Hier vertelt een wethouder uit Westerkwartier hoe in deze nieuwe gemeente raad en college samen optrekken Zo willen ze meer terugdoen voor de burgers. ‘We vragen de raad wat zij verwachten en wat wij kunnen betekenen.’ Ook Pruim wil meer betekenen voor burgers. Hij vertelt enthousiast hoe de griffie van Almere raadsleden helpt om burgers meer te betrekken bij de politiek. Met bijvoorbeeld trainingen, spreekuur van de raad en begrijpelijke communicatie in de lokale krant. Almere kan met een griffie van liefst 11 fte meer voor elkaar krijgen dan veel andere gemeenten. Maar het begint met een bevlogen verhaal. En dat kan niemand zo goed vertellen als Pruim, vindt een deelnemer.